Psychoanalyse en psychoanalytische psychotherapie zijn gebaseerd op dezelfde theoretische achtergrond. Toch zijn er wezenlijke verschillen. In een psychoanalyse ligt de patiënt op de bank en zit de analyticus erachter. Mede door de hoge frequentie van 4-5 maal per week en de lange duur (meestal meerdere jaren) zullen veel interactiepatronen die zijn ontstaan in de kindertijd herhaald en beleefd worden in het contact met de analyticus. Door het meer bewust worden hiervan leert iemand zichzelf op een dieper niveau beter kennen. Hierdoor wordt het makkelijker om keuzes te maken en te snappen wat er nodig is om om te kunnen gaan met de pijnlijke facetten van het leven. In andere woorden is het doel ook hier niet primair om van de klachten af te komen maar is het gericht op structurele innerlijke verandering. Het verdwijnen van klachten en verbeteren van kwaliteit van leven zijn bedoelde neveneffecten. Niet iedereen is geschikt voor een dergelijke intensieve therapie en niet iedereen heeft het nodig. Dit wordt eerst onderzocht en uitvoerig besproken en bekeken.
Voor meer informatie over psychoanalytische behandelingen:
https://www.npav.nl/